Menu Sluiten

Staat van beleg: het nieuwe normaal als product van een leerexperiment (deel 3)

Lees hier het voorgaande deel van dit opiniestuk (deel 2)

We schrijven begin mei 2020 en het tijdperk van de verplichte mondmaskers is ingeluid. Voortaan spreken regeringen in België en Nederland van ‘het nieuwe normaal’. Dat is niet enkel het respecteren van een 1,5 meter afstand, maar ook het dragen van mondmaskers. Ik weet nog dat ik het jaar voordien Chinese toeristen in de Brugse straten zag rondlopen met mondmaskers. Ik weet nog dat ik hen uitlachte en mij al gekscherend inbeeldde hoe dat er zou uitzien mocht de Vlaming het massaal beginnen te dragen. Zelfs aan het begin van de Corona-uitbraak in de Benelux zeiden virologen en artsen in koor dat het dragen van mondmaskers weinig tot geen effect zou hebben tegen besmettingen. Niet veel weken later spreken we over zware tekorten voor verzorgend personeel. Politieke partijen doen aan recuperatie door rust- en verzorgingstehuizen en andere zorginstellingen mondmaskers aan te bieden.

Ondertussen is het chaos in de nieuwbakken Belgische minderheidsregering: een bestelling van mondmaskers mislukt en een lading Chinese mondmaskers wordt vernietigd omwille van administratieve vereisten die niet in orde waren. De Douane moest ook wat. De media gingen er niet zo diep op in, maar uiteindelijk bleek de vernietiging te zijn bevolen omwille van kwaliteitsvereisten die niet goed genoeg waren. Enige weken later beveelt deze regering toch het dragen van mondmaskers in publieke gesloten ruimtes zoals het openbaar vervoer en in scholen. Sommige winkels zouden dit verplichten. Het door onze regering veroorzaakte tekort aan mondmaskers vertaalt zich naar het advies om zelf mondmaskers te maken. Van een kapotte spijkerbroek tot een versleten onderbroek; alle textiel komt nu in aanmerking om een nieuw leven te krijgen als een geknutseld mondmasker. Wat we zelf doen, doen we beter, is het devies. Ondertussen stapelen de blunders zich op, getallen met minstens 6 nullen. Maar dat is uiteraard slechts een peulschil ten opzichte van het totale begrotingstekort.

Met een mislukte slideshow op een veel te laat georganiseerde persconferentie maakt de Belgische minderheidsregering dat er versoepelingen aankomen. Er wordt gewaarschuwd dat de versoepelingen ook meteen kunnen worden teruggedraaid. De dictatuur wordt nu een dictatuur met enkele privileges. Na de persconferentie blijken er nog meer vragen te zijn als voor de persconferentie, die nota bene dient om de journalisten net met veel minder vragen naar de redacties te sturen. De regering onder leiding van Wilmès lijkt zelf door een ziektebeeld te zijn geteisterd. Zelfs regimepers spreekt amper een maand later over een verzwakt kabinet, een premier die geen leiderschap toont en zowel mentaal als fysiek afwezig lijkt. Vreemd genoeg zijn de ministers van de deelstaten meer dan ooit woordvoerder van een regering waarvan ze zelf geen deel uitmaken. Niet dat deze deelregeringen een duidelijkere lijn uitzetten. Hetzelfde ziektebeeld van het maken van loze interpretaties, vage beloften en holle uitspraken lijkt eveneens doorgezet tot op Vlaams niveau. Men is veel te laat tot de conclusie gekomen dat er precies zoveel meningen zijn als dat er virologen bestaan. Net die ‘technici van het vak’ zetten ondertussen wel mee de lijnen uit. Die inconsistenties en de frustratie tegenover buitenlandse virologen die de Belgische publiekelijk tegenspreken lijken de politici moe te tergen. Er zal meer nodig zijn dan een versoepeling van regels om de regeringen terug meer energie te geven. Er lijkt meer energie om het kortbestaand minderheidskabinet te dumpen en verkiezingen in het leven te roepen. Het spook van de regeringsvorming ligt opnieuw op tafel.

Ondertussen proberen de zogenaamde liberalen (!) van de Open VLD en de christendemocraten hun restregering te marketen als een regering die een nieuwe trend heeft gezet van openbare veiligheid. Dat de dictatuur toch iets positiefs zou hebben opgeleverd. Eentje van “een nieuwe normaal”. Ook het liberale (!) kabinet-Rutte klopt zich daarover op de borst. De dictatuur is een noodzakelijk kwaad geweest, een soort pedagogisch experiment waaruit kan worden geleerd dat de maatschappij een nieuwe levensstijl moet aannemen. Eentje van social distancing en andere nieuwe gebruiken die moeten gaan kaderen binnen wat men “het nieuwe normaal” noemt. Dat een groot aantal bedrijven kopje onder is gegaan, vele mensen hun naasten op een anti-humane manier hebben moeten ten grave dragen en de overheid stiekem nog steeds belastingen heft voor aanslagjaar 2020, is voor hen futiel en collateral damage. Extreemlinks probeert ondertussen de harten te veroveren met een Coronataks, een verkapte vermogenstaks, en extreemrechts probeert verdeeldheid te zaaien door te stellen dat andersculturele bevolkingsgroepen katalysator van het virus zijn doordat ze niet aan de regels van de dictatuur houden.

Waar het echter nooit over gaat en zal gaan, is het systeem en diens gevaren. Het systemische dat zich altijd vertaalt naar meer dwang en minder vrijheid. Het sociaaldemocratische systemisme als handig vehikel van eender welke ideologie die de maatschappij naar haar evenbeeld wenst te boetseren. Het systemisme dat een samenleving in een mum van tijd naar de complete verpaupering kan storten wanneer het wordt geconfronteerd met levensbedreigende situaties. Het systemisme als een gezwel, soms goedaardig omdat het nog steeds overleeft op een lichaam dat de gemeenschap voedt, soms kwaadaardig om een te snelle voorspoedige ontwikkeling af te remmen. De veerkracht van de maatschappij zit hem niet in het ontnemen van vrijheid door een overheid en dan hopen dat alles goed komt, maar zit hem wel in het gunnen van meer vrijheid. Aan bedrijven om zichzelf te reguleren en aan mensen om op hun verantwoordelijkheden te wijzen.

Internationale media en analisten wijzen erop dat België zich te vroeg op de borst heeft geklopt en dat de Belgische aanpak toch niet echt voorbeeldig is geweest. België is een van de landen waar verhoudingsgewijs de meest dramatische cijfers af te lezen zijn. Het land is desondanks na Spanje, Italië en Frankrijk het land met de strengste maatregelen geweest. Analisten maken gewag van een algemeen gebrek aan elementaire voorzorgsmaatregelen en hygiëne in Belgische woonzorgcentra. Iets wat in Nederland, Duitsland en Scandinavië compleet ondenkbaar is om enigszins af te wijken van welke ingebakken hygiënemaatregel dan ook, Corona of niet. België leeft nog te veel onder zuiderse invloeden van nonchalance, een soort je m’en foutisme in combinatie met een on verraïsme. Ingesteldheden die ook de regeringen niet vreemd zijn, die dan anekdotisch een herstelbeweging uitvoert pas wanneer het eigenlijk veel te laat is, gepaard met een excuus dat “men het niet heeft zien aankomen”. Dan te weten dat de Vlaming gemiddeld 48% afgeeft aan deze overheid. In België gaat er eigenlijk zo veel mis, dat je als libertariër niet goed weet waarmee je begint. Stoppen met praten doe ik waarschijnlijk niet meer in mijn levenstijd.

Geef een reactie