Menu Sluiten

Leerplichtonderwijs

Het onderwijs van vandaag is te oubollig en niet meer gericht op de noden van de maatschappij. Jongeren worden te weinig op het werkveld voorbereid en de insteken zijn veelal te academisch en te abstract. Het gebruik van belangrijke software die in de bedrijfswereld vaak worden gebruikt komen haast niet aan bod. Schoolverlaters en net-afgestudeerden staan vaak voor verrassingen wanneer zij zich tot de arbeidsmarkt ter beschikking stellen. De eindtermen worden op Vlaams niveau vastgelegd en door het parlement gestemd. Toch is er een discrepantie tussen de wensen van de volksvertegenwoordiging en wat het werkveld of de gewone dagelijkse realiteit vereisen.

Daarom stellen we voor dat de eindtermen richtlijnen worden, vastgelegd in een charter dat door alle koepels tezamen (erkenningsraad) wordt vastgelegd en dat de leerplannen die door de inrichtende macht worden bepalend zijn. Zo geven we de scholen de vrijheid en verantwoordelijkheid die ze verdienen. Hiernaast wordt ook vaak gesproken over het welbevinden van de leerlingen. Dit welbevinden koppelen bepaalde politieke en pedagogische strekkingen vaak aan de vrije keuze van de scholier. De vrije keuze van de minderjarige scholier is volgens ons een relatief iets. Er zijn bepaalde vaardigheden die noodzakelijk zijn in alle takken van de maatschappij en vroeg dienen te worden aangeleerd. Het is niet de bedoeling dat onderwijsinstellingen inhoudelijke toegevingen doen om aan de gemakzucht van de scholier of leerkracht tegemoet te komen. Vlaams onderwijs staat wereldwijd hoog aangeschreven omwille van de lat die hoog genoeg wordt gelegd, zodat de afstuderende scholier zo matuur mogelijk in de maatschappij kan staan. Het welbevinden bevindt zich volgens ons niet in de verplichting om vakken te volgen, maar het zit hem in het erin slagen om meervoudige intelligenties te prikkelen om de doelstellingen te behalen. Hoe dan ook kan een overheid volgens ons niet meer doen dan aanbevelingen hierover op te maken. De inrichtende macht moet dit zelf invullen via een zorgvuldig uitgewerkte pedagogisch-didactische visie.

Het is niet de bedoeling dat hogescholen en universiteiten opleidingsonderdelen inrichten om studenten algemene of taalkundige kennis bij te schaven. Toch dient niet alle druk op het middelbaar onderwijs te liggen. We menen dat ontwikkelingsdoelstellingen in de hoge cyclus van de lagere school te weinig ambitieus liggen en dat er te weinig aan praktijkopdrachten wordt gespendeerd. We nodigen de private sector uit om in samenwerking met de onderwijskoepels van lagere scholen aan te gaan rond wetenschap, techniek en software. Deze leercomponenten dienen daar al begonnen te zijn en zetten zich op een natuurlijke manier door doorheen de rest van het leerplichtonderwijstraject.

Personeelsprobleem in het Onderwijs

Geschikte leerkrachten vinden voor ieder vak is voor vele scholen een grote uitdaging. Maar ook voor vele leerkrachten is het geen vanzelfsprekendheid om een volle uurrooster te bekomen. Doordat er vaak slechts voor 1 vak een vacature openstaat en van datzelfde vak geen 20 lesuren kunnen worden gevonden, lopen vele leerkrachten loon en pensioensrechten mis. VolksLiga vindt het leerkrachtenberoep zo essentieel dat ook leerkrachten met een halve uurrooster een volwaardige boterham moeten kunnen verdienen. Dit wil zeggen dat het huidige startersloon van een leerkracht ook geldt voor leerkrachten die slechts de helft van het uurrooster presteren. In ruil hiervoor kan de school secretariaat of ander type permanentie en mesotaken opleggen. Ieder lesuur dat leerkrachten meer presteren dient met 100 euro extra te worden betaald. Ter compensatie schaffen we het KB hierrond af en maken we leraren contractueel. De leerkrachten met een statuut hebben dit recht verworven en verliezen dit niet, maar worden aangemoedigd om van de rechten afstand te doen en naar het nieuwe systeem over te schakelen. Het statutaire systeem volgt dit nieuwe verloningsmodel niet.

De school mag voor VolksLiga leerkrachten aanwerven die geen pedagogische bekwaamheid hebben. Dit moet voor alle vakken gelden. Bij een goede motivatie en onder een gemonitorde proefperiode kan een school de leerkracht een vast contract aanbieden, op voorwaarde dat de leerkracht binnen de drie jaren na tewerkstelling zijn pedagogische bekwaamheid behaalt aan een erkende hogere onderwijsinstelling. Alle restricties vanuit de overheid die dit verhinderen, schaffen we af.

Eindtermen

De school bepaalt op het niveau van de vzw of de eventuele overkoepeling zowel het aanwervingsbeleid als het leerplan, gebaseerd op adviesgevende eindtermen die hun verplichtend karakter verliezen. De Vlaamse erkenningsraad wordt samengesteld door vertegenwoordigers van de verschillende inrichtende organen. Bij een betwisting van het leerplan, geeft de eerst de erkenningsraad een advies. Het advies kan worden aangevochten door het Vlaams parlement die (delen van) leerplannen nietig kan verklaren. Verdere beroepen moeten door een arrest worden beslecht.

We geven de private sector en het middenveld de macht om scholen te sponsoren, in ruil voor bedrijfsstages of regelingen rond tewerkstelling van leerlingen als onderdeel van hun leertraject. Zo kunnen scholen ook als een werkgever aanzien worden en krijgen bedrijven de kans om goedkoop personeel aan te werven met een minimumlooptijd van 24 maanden. Op deze manier verdienen leerlingen iets bij, hebben zij 2 jaar werkervaring opgebouwd wanneer zij hun diploma secundair onderwijs behalen. We voeren deze mogelijkheid in voor alle vormen van secundair onderwijs.

Volwassenonderwijs

In niet-leerplicht onderwijs en specifiek in het hoger onderwijs, zijn we voorstander van algemene digitale schiftingsproef tijdens de inschrijvingsprocedure. De hogere onderwijsinstelling kiest zelf of er een bijkomende mondelinge of schriftelijke screening komt. De instroom wordt op deze manier kwalitatiever en zorgt nog vóór het begin van de opleiding voor duidelijkheid omtrent geschiktheid voor het hoger onderwijs. Een geslaagde schiftingsproef is voor VolksLiga een voorwaarde om van de gunstige tarieven van het inschrijvingsgeld te genieten. Indien niet geslaagd, mag de student nog inschrijven maar studeert hij aan de volle prijs. Het meermaals niet slagen voor een opleidingsonderdeel moet ook aanleiding kunnen geven voor verhoogd studiegeld. We geven op deze manier de vrijheid aan de student, maar ook meteen een verantwoordelijk. In kader van dit voorstel vragen de hogescholen en universiteiten in ruil hun uitsluitingsmechanismes op basis van studievoortgang te herzien.

Gekwalificeerd personeel in alle sectoren van de arbeidsmarkt is noodzakelijk, maar we zijn tegen de juridisering van competenties. Makkelijker gezegd moedigen we bedrijven en overheid aan om geen specifieke studievereisten voor algemene bediendeprofielen met doorgroeimogelijkheden vast te leggen, tenzij voor hogere kaderleden. Private bedrijven doen vooralsnog wat zij willen, maar we blijven vaststellen dat werkzoekenden een hoop eigenzinnige schiftingstesten moeten afleggen om hun competenties te bewijzen of moeten beantwoorden aan onrealistische verwachtingen. We vragen de private sector de hoofden bijeen te steken om meer klaarheid te scheppen in vacatures en kansen te geven aan mensen die op het eerste zich geen affiniteit met de sector hebben. Dit kan door algemene testen of cursussen te ontwikkelen die werkzoekenden eenmalig afleggen of volgen. Dit al dan niet in samenspraak met instellingen voor volwassenonderwijs.

Studentenraden en scholierenkoepels

Het advies van de studerende jongere is niet onbelangrijk. Studentenraden zijn de eigenlijke vakbonden van de studenten. Omdat studenten in feite klanten van een hogere onderwijsinstelling zijn, fungeren studentenraden vaak ook als consumentenbond. De studentenraad dient niet om ambassadeur van de onderwijsinstelling te zijn, maar wel om te waken over de kwaliteit en dienstverlening van de onderwijsinstelling. Hier maken hogescholen en universiteiten vaak de fout door de studentenvertegenwoordigers te laten opdraven als PR-publiciteit. Het engagement van een student moet niet statutair worden gebetonneerd maar dient wel met het nodige respect worden behandeld. Een vaste vergaderruimte met faciliteiten is het minste wat er kan worden verwacht. We moedigen aan om de Vlaamse Vereniging Studenten (VVS) meer te consulteren bij belangrijke beslissingen in het hoger onderwijs. Hetzelfde voor de Vlaamse Scholierenkoepel bij leerplichtonderwijs.