Menu Sluiten

Mobiliteit

Het thema Openbare werken verwijst door naar deze pagina.

Mobiliteit

Modal shift is oké, maar dring het mij niet op.
Ik heb mijn auto nodig voor mijn werk, gezin en zorg voor mijn ouders.
Dat is nu extra moeilijk door de vele omwegen.
Als kennissen zeggen dat ze onze mooie stad mijden, doet me dat erg pijn.
Ik wil een stadsbestuur dat met héél de bevolking inzit.


bezorgde mama, 36 jaar

Analyse

Snelheid, vlotheid en Mechels verkeer zijn begrippen die vandaag helaas moeilijk samengaan. Dat is nu eenmaal wat eigen aan een centrumstad. Toch zou dat een grote motivatie moeten zijn om vele gevaarlijke situaties te ontknopen. De huidige mobiliteitsvisie is doordrongen van opdringerige eis voor een mentaliteitswijziging. Te voet en per fiets moeten volgens beleidsmakers de norm zijn: een modal shift zoals dat heet. Bestuurders van wagens zijn de dupe van het narratief enworden maar al te vaak in het hoekje van het egoïsme geduwd.

Dat soort ontradende gedachtegang vinden wij niet terecht. Iedereen heeft zijn redenen om het even welk transportmiddel te gebruiken op om het even welk tijdstip voor om het even welke reden. Vraag maar aan de actieve, werkende, studerende en ondernemende Mechelaars die vaak een gezin met een drukke job combineren. Ook mindervaliden vergeten beleidsmakers mee te nemen in hun verregaande mobiliteitsvisie. Parkeerplaatsen voor de deur nemen zij weg, en als ze al ergens anders worden gecompenseerd, zijn ze gecentraliseerd op een plek die vaak nog te ver en onoverbrugbaar is.

Het openbaar vervoer in Mechelen is eentje dat de streken beter bedient dan de stad zelf. Vele haltes zijn geschrapt. Buiten de Veemarkt is er geen volwaardige halte meer in de binnenstad.

De modal shift gaat trouwens gepaard met een totaalgebrek aan burgerinspraak. Mensen hebben naar aanleiding van grote infrastructuurwerken niets te protocollen in het beleid. Zogeheten inspraakmomenten zijn presentatiemomenten waar geen kritiek wordt geduld.

Oplossingen

Naast infrastructurele ingrepen die de doorstroom van het auto- fiets- en voetgangersverkeer ten goede komen, moet ook het comfort centraal staan. Eigen transport benutten mag dan net iets meer comfortabel zijn dan andere vervoersmodi, het is nog steeds een stresserende, tijdrovende bezigheid. Er gaat veel energie verloren aan de pendeltrajecten op en af. Vandaar ons pleidooi om zo veel mogelijk stilstand in het verkeer te vermijden door de drukste verkeerspunten te ondertunnelen of te overbruggen, en het aantal verkeerslichten te verminderen.

Het openbaar vervoer is niet voor iedereen weggelegd, maar heeft wel belangrijke rol in de mobiliteit van onze samenleving. Specifiek voor ons stedelijke weefsel (Mechelen heeft een bereik van 150.000-200.000 mensen in de directe omgeving) is een goed ontsloten net van openbaar vervoer onontbeerlijk. Toch mijden vele mensen die het openbaar vervoer omwille van uiteenlopende redenen. Er is niet genoeg capaciteit, het duurt te lang, de wachttijden zijn te lang, de punctualiteit is niet goed en het comfort laat te wensen over. De besparingen op DeLijn hebben Mechelen bovendien zeer hard getroffen. De overstap naar de pendelbus is er vaak eentje te veel. En wie een avondje uit wil, moet voor de tienen al naar huis. Daar waar de gecentraliseerde overheid de gevoeligheden onvoldoende wijze tegemoetkomt, moet de stad het heft in eigen handen nemen en eigen vervoersregio beheren.

Zwakke weggebruikers blijven spijtig genoeg aan het kortste eind trekken in het drukke verkeer. Ongevallen worden dikwijls veroorzaakt op plaatsen waar verschillende weggebruikers elkaar tegemoetkomen op smalle of overlappende rijstroken, via kruisende bewegingen (zie fietsostrade bijvoorbeeld) of waar ze zich met gemotoriseerd verkeer moeten mengen (zie fietsstraten). Daarom kunnen we niet genoeg benadrukken hoe belangrijk het is om verschillende verkeersstromen en types weggebruikers te scheiden. Alle soorten experimenten waarbij op constructivistische wijze verondersteld wordt dat iedereen maar met elkaar moet rekening houden, is gebaseerd op de verregaande overtuiging dat iedereen elkaar altijd respecteert. Maar in werkelijkheid zorgt die visie voor een moeilijke leesbaarheid van verkeerssituaties met verkeerde inschattingen en maneuvers als gevolg. Zeker met de veelvuligheid aan scholen in de binnenstad kunnen we niet genoeg het belang onderstrepen van duidelijke verkeersinrichting.

Bovendien wenst VolksLiga de alertheid en de verkeerskunde bij jongeren aan te scherpen door meer en samenhangende verkeerseducatieve projecten in de scholen voor te stellen. Hoe jonger kinderen de voor hun relevante verkeerscode kennen, hoe beter voorbereid op gevaar ze zijn. Vanaf de leeftijd van twaalf jaar beginnen de ongevallenstatistieken bij minderjarigen immers te pieken. We houden dus niet enkel een pleidooi voor meer sensibilisering en preventie, maar we willen ook scholen warm maken om een theoretisch rijexamen in te lassen voor leerlingen in het derde leerjaar secundair. Dit met voorafgaande lessen over de wegcode en aansprakelijkheden bij ongevallen in de loop van de eerste twee leerjaren van het secundair onderwijs.

Standpuntenoverzicht

VolksLiga heeft 3 soorten standpunten. Het allerbelangrijkste, zonder dit stappen we niet in een coalitie, zetten we in het vet. Daarnaast hebben we enerzijds standpunten waarvan we geloven dat de stad dit kan uitvoeren. Anderzijds zijn er ook standpunten die een bovenlokaal karakter hebben. Van deze laatste categorie kunnen wij dus ook niks beloven.

Wat we als stad kunnen doen

Hieronder een overzicht van maatregelen die onze stad zelf kan uitvoeren en waarover de gemeenteraad macht heeft. Of deze zaken er komen of niet, hangt af van de stad.

  1. We brengen de kleinen ring R12 (Vesten) terug op dubbele richting.
  2. Verkeer van verschillende soorten weggebruikers moet daar waar het kan gescheiden blijven. Autoverkeer op de rijweg, fietsers op een goed fietspad, voetgangers op een voetpad. Fietsstraten zijn in onze ogen gevaarlijk en onnodige ingrepen voor een probleem dat eigenlijk nooit een probleem is geweest.
  3. Daar waar er wordt gefietst, garandeert de stad voldoende verlichting en vlakke, griphoudende straatbekleding met duidelijke markeringen.
  4. Drempels (borduren) hebben de bedoeling om bepaalde delen van de openbare weg af te boorden en om oppervlaktewater van hoger gelegen delen af te zonderen naar het rioolstelsel. Nochtans worden drempels in het straatbeeld eerder als hinderlijk beschouwd. Voor rolstoelgebruikers, ouderen en blinden zijn ze gevaarlijk en obstructief. Voor andere weggebruikers zijn ze schadelijk voor hun voertuig, ook bij lage snelheid. Onze visie is dat drempels zo veel mogelijk moeten worden weggewerkt. Hetzelfde geldt voor verkeersdrempels.
  5. We pleiten voor een strenger politioneel toezicht op roekeloos rijgedrag. Dit geldt voor alle voertuigen, ook fietsers. We onderstrepen het belang van een fietslicht. Het niet aanhebben van werkende lichten op een fiets brengt niet alleen de fietser zelf maar ook de andere weggebruikers in gevaar. Dit kan niet worden gedoogd.
  6. Mechelen moet een Verkeerseducatieve week faciliteren, waarbij de stad een team van leerkrachten samenstelt om een aanbod uit te werken. Bij succes kan dit naar heel Vlaanderen worden opengetrokken.
  7. De verkeersas tussen Mechelen, Hombeek en Kapelle-op-den-Bos is druk. Voor de regelmatig gesloten Hombeekse overweg staan er lange files. We moeten de vraag stellen of we de dorpskern van Hombeek nog laten blootstellen aan zulk druk verkeer. Mechelen moet een omleidingsweg realiseren aan de zuidzijde van de spoorlijn. Die moet aansluiten op de N109.
  8. Het openbaar vervoer wensen we naar ons toe te trekken in een tijdelijk autonoom gemeentelijk bedrijf dat uiteindelijk wordt geprivatiseerd. De doelstelling van dit bedrijf moet een kwalitatief aanbod van busvervoer op Mechels grondgebied zijn. Randgemeenten kunnen opteren om dit bedrijf te versterken.
  9. De tram in Mechelen is wat ons betreft definitief verleden tijd. Een tram is een vervoersmiddel dat zich moeilijk onder het gewone verkeer kan mengen en de kost van de uitbouw en onderhoud van een degelijk netwerk is onbetaalbaar. Bovendien is het ongevallenrato met trams zeer hoog, daar waar een bus verkeersveilig gezien beweeglijker en behendiger is.
  10. Het verbod op quads dient tot het stadscentrum gereduceerd te worden. Wij geloven dat vele keurige quadrijders het slachtoffer zijn geworden van onverantwoord gedrag van bepaalde roekeloze enkelingen. Quads zijn volwaardige transportmiddelen en dienen niet te worden behandeld als landbouwvoertuig. Een objectief beleid dient rekening te houden met alle facetten van het gebruik van alle soorten voertuigen.
  11. Het ontbreekt Mechelen aan vodoende gratis of goedkope randparkings. Naast de Nekkerzone, komen er best P+R-parkings in Mechelen-Zuid, Battel en thv Elzestraat.
  12. Het centrum moet bereikbaar blijven per wagen voor iedere Mechelaar. Dit door niet alleen meer gelegenheid te creëren, maar door ook de plaatsen betaalbaar te houden.
  13. Mensen met een gehandicaptenkaart zouden in de autoluwe zone gratis mogen straatparkeren.
  14. Delen van Mechelen kennen drassige ondergrond. Daardoor komen in het Mechels straatbeeld soms verzakkingen voor. Bij de heraanleg van een straat die in een dergelijk drassig gebied ligt, moet er een structurele versteviging in de ondergrond komen om verdere verzakkingen te voorkomen.
  15. We kiezen principieel voor vlakke, griphoudende bestrating. Ook voor de binnenstad. Dit verhoogt het comfort voor alle weggebruikers. De bewering dat kasseien het middeleeuws karakter van de stad zouden weerspiegelen is historisch onjuist.
  16. We sluiten de spoorwegtunnel van Geerdegem-Schonenberg af voor doorgaand en zwaar verkeer. Hetzelfde doen we met de tunnel onder de B101, de Zemstbaan.
  17. Er is onze ogen een grote problematiek rond gevaarlijk sluipverkeer in en rond de zijstraten van de Ridder Dessainlaan. Overleg met de buurtbewoners is noodzakelijk om tot een goede oplossing te komen.
  18. We stellen het liefst een verbod op zwaar verkeer in de dorpskernen.
  19. Het geschrankt zijdelings parkeren in de Lange Zandstraat te Walem bemoeilijkt het tweerichtingsverkeer in deze straat, die een belangrijke verbindingsfunctie heeft met Sint-Katelijne-Waver en Duffel. Een buurtparking is hier opportuun.
  20. We wikkelen de blauwe zone rond het station af, aangezien de nieuwe ondergrondse stationsparking voldoende capaciteit biedt en geen reden meer vormt om de mensen in de woonwijken te laten parkeren.

Wat we aan andere overheden vragen

Hieronder een overzicht van maatregelen die de stad aan een hogere overheid moet vragen, en waarover de gemeenteraad dus geen macht heeft. Het hangt dus van anderen af.

  1. Verkeerslichten. Mechelen treedt best in overleg met het Vlaams Gewest om het aantal verkeerslichten te reduceren met minstens de helft. Dit lijkt en is heel drastisch, maar volgens onze inschatting en berekening niet onhaalbaar. We staan iedere dag maanden stil voor het rode licht. Voor en na een rood licht moet er worden afgeschakeld, geremd en weer opgetrokken. Dit proces zorgt voor een enorme uitstoot. Door verkeerslichten weg te nemen, dragen we fundamenteel meer bij aan het milieu. ’s Nachts bij weinig verkeer schakelen we best zo veel mogelijk rode lichten uit waardoor de gewone voorrangsregels gelden.
  2. Invoegstroken. Vele huidige invoegstroken stammen af van de jaren ’70. Omwille van het toegenomen verkeer over de jaren heen, is een verlenging van invoegstroken noodzakelijk.
  3. Wat de geluidsmetingen langs Battel en Hombeek ook als resultaat hebben, Mechelen moet aandringen om geluidsschermen te zetten. We zijn op de hoogte van de verschillende types geluidsschermen. Voor Battel lijkt het meest logische dat het meest geluidsafwerende type wordt gekozen, voor Hombeek kan een lichter type in aanmerking komen. Op lange termijn moeten we bekijken of we de E19 best niet in een sleuf kunnen steken met tunnels onder de stukken natuur (Zennebeemden, samenvloeiingsgebied van de Dijle en de Vrouwvliet, Battenbroek…).
  4. De vaart snijdt het Mechels grondgebied doormidden en zorgt voor verkeersproblemen wanneer de beweegbare bruggen open liggen. De stad moet in samenwerking met De Vlaamse Waterweg een systeem bedenken om automobilisten te waarschuwen voor passerende schepen. Dit kan in real-time. Een concrete uitwerking kan in de vorm van digitale borden die een omleiding aangeven langs de betrokken verkeersaders van zodra de slagbomen naar beneden gaan. Wanneer een brug niet gesloten is wordt de geschatte resterende tijd aangegeven wanneer een aankomend schip een brug nadert.
  5. We zetten vaart achter de voltooiing van de Tangent (Mottunnel) en het nieuwe station. Het lijkt erop dat de werken hieraan erg aanmodderen. Van de permanente bouwtoelating wordt amper gebruik gemaakt (’s nachts en in het weekend wordt er niet gewerkt). De Mechelaar wacht al te lang op de oplevering van het nieuwe station.
  6. Bij de ontknoping van het Battelcomplex op de E19, dringen we aan op een bretelle om de snelweg met de oostwaartse richting van de R6 te verbinden. Een oplossing wordt reeds in het recentste Mobiliteitsplan voorzien, maar de voorkeur lijkt uit te gaan naar een lichtengeregeld Hollands complex met verkeerslichten en kruisende bewegingen. VolksLiga pleit voor een ongelijkvloerse kruising.
  7. De N16 tussen Mechelen en Willebroek staat bij het Vlaams Gewest ingeschreven als primaire weg die in feite een autosnelwegstatus moet hebben. Door vele redenen zoals natuurbescherming werden deze werken nooit uitgevoerd. Nochtans dringt een oplossing voor deze verbindingsweg tussen de A12 en de E19 zich op, want het fileleed is dagelijkse kost. Er moet dus een nieuw plan komen om de Willebroekse omleidingsweg ter hoogte van Blaasveld door te trekken richting het Battelcomplex met de ambitie voor oplevering tegen 2030.
  8. Reductie van bewegwijzering en verkeersborden. De instructies langs de openbare weg zijn talrijk en soms onoverzichtelijk. Voor een ordelijk gevoel en om de aandacht zo weinig mogelijk af te leiden is bewegwijzering enkel noodzakelijk wanneer deze een toegevoegde waarde aan de navigatie betekent. Verkeersborden dienen enkel voor een duidelijke instructie. Daar waar borden overbodig zijn of voor verwarring scheppen, dienen ze te worden vervangen of weggehaald.
  9. We pleiten voor een lightrail die de wijken en randgemeenten bedient. Deze lightrail functioneert volgens ons het best op het bestaande spoornet en geeft invulling daar waar de trein tekort schiet, naar voorbeeld van de S-Bahn in Duitsland. Zo pleiten we ervoor om op de spoorlijn richting Sint-Niklaas stopplaatsen te openen in Willebroek, Blaasveld, Hombeek en Mechelen-Zuid (thv brug over Brusselsesteenweg). Op de spoorlijn richting Brussel kunnen haltes worden gemaakt thv de Abeelstraat en de Geerdegemstraat. Richting Antwerpen kunnen er haltes komen thv de hogeschool, het stadion, de Duivenstraat en Elzestraat. Een oostelijke lijn met haltes thv de Arsenaalwijk en Planckendael is eveneens wenselijk.
  10. We bezorgen in samenwerking met de NMBS, Ambrogio en Muizen Dryport een nieuwe, private ontsluitingsweg voor zwaar verkeer. We denken hierbij aan een weg in het sporengebied, parallel aan de Leuvensesteenweg.
  11. Er komt in overleg met De Vlaamse Waterweg een tweede, nieuwe passerelle over het kanaal.
  12. Binnenscheepvaart leggen we tijdens de piekuren stil, zodat verkeer ongehinderd over het kanaal kan.
  13. We pleiten voor de voltooiing van de R6 in het zuiden en het oosten van Mechelen en door Bonheiden. We bekijken of we de oude reservatiestroken voor de indertijd weggestemde A101 daarvoor kunnen worden gebruikt. Het traject van het kruispunt van de N227 en de N267 (Tervuursesteenweg – Schumanlaan – Trianonlaan) tot de rotonde van de R6 met de N15 Putsebaan is tussen de 8 à 10 km lang.